Quatre Instruments à clavier joués par Christiane Wuyts
Recorded by G.S.T. Gent for the Alpha label DB 175
Year of release or recording dates not mentioned in the doc. (1975?)

Virginaal kopij naar Hans Ruckers de Oude 1598. Het origineel bevindt zich in het Instrumentenmuseum van het Conservatorium te Brussel. Het werd door ons gerestaureerd in 1963. Reconstructie in 1963
Clavecimbel naar Andreas Ruckers 1679 + 1644 Het werd “gerevaleerd” in Frankrijk. Het origineel instrument behoort tot onze verzameling. Twee manualen. Tweemaal 8′ en éénmaal 4′
Gebonden clavichord naar XVlle eeuws origineel waarvan de bouwer onbekend is

I VIRGINAL
00:00 1. E. Johnson • Johnson’ s Medley 3’43
03:40 2. J. P. Sweelinck • Ballo del Granduca 7’01
10:35 3. G. Farnaby • Loth to depart 3’55
14:32 4. A. de Cabezon·Dilerencias sobre “La Dama sobre demanda” 3’43

II CLAVICYMBALUM
18:17 5. C. Paumann • Mil ganzen willen 2’03
20:20 6. Paumgarlner • (Andante) 2’27
22:52 7. (Anonyme) • Ouant ien cogneu a ma pensée 2’50

III CLAVECIN
25:30 1. J. K. F. Fischer · Chaconne en Fa majeur 5’01
2. L. Couperin • Suite en la mineur :
30:27 • Prélude non mesuré 1’21
31:50 • Allemande : rAmiabie 1’40
33:30 • Courante : la Mignonne 0’44
34:20 • Sarabande 2’26
36:45 • Menuet de Poilou et 37:17 double par Mr. Couperin 1’47
38:34 • La Piémontaise 1’32

IV. CLAVICORDE
3. J. J. Froberger . Suite en fa majeur :
40:12 • Allemande 1’54
42:07 • Courante
43:03 • Sarabande
45:49 • Gigue

Christiane Wuyts, werd geboren te Antwerpen. Zij studeerde eerst piano onder leiding der professors, Hendrik Diels te Antwerpen en Eduardo dei Pueyo te Brussel. Debuteerde ais “wonderkind” op 12 jarige leeftijd, ais soliste met het Philharmonisch Orkest van Antwerpen. Studeerde vervolgens clavecimbel bij de professors Jaap Spigt te Amsterdam en Isolde Ahlgrimm le Wenen, evenals aan de
Staatliche Hochschule für Musik te Keulen. Gaf recitals en concerten in binnen- en buitenland, evenals voor radio en televisie.
Pers .Christiane Wuyts heeft zich opgewerkt tot een der vakkundigste en veelzijdigste clavecinisten van het ogenblik. (Het Laatste Nieuws)

Geschiedenis van de Toetsinstrumenten 1440 -1626
DE WERKEN EN DE COMPONISTEN
VIRGINAAL
Ten onrechte zou men de werken voor dit instrument beperken
tot alleen de Engelse komponist en, de “virginalisten”.
Het virginaal moet zeker in de Lage Landen bekend geweest
zijn, aangezien zeer bekende bouwers als de familie Ruckers
er fabriceerden. Het is overigens bekend dat Engelse componisten
als Peter Philips en John Bull lange tijd te Brussel en
Antwerpen vertoefden.
Omdat het virginaal bijna altijd verbonden is aan de oude
Engelse muziek, hebben wij onze keuze laten vallen op twee
stukken uit het beroemde Fitzwilliam Virginal Book, een omvangrijke
verzameling van 400 stukken uit de tijd van koningin
Elizabeth.
Edward Johnson(1583-1633) is een virginalist van wie in het
Fitzwilliam Virginal Book enkele werken voorkomen.
Men meent dat hij de muziek verzorgde voor de festivals bij
gelegenheid van het bezoek van de koningin bij Lord Hertford
in Elvetham in september 1591.
Deze uitvoeringen werden zo gewaardeerd dat men in de oude
1a:onieken kan lezen: “This spectacle and musicke so delighted
her Majesty, that shee desired to see and hear it twise over”.
Johnsons Medley is een soort potpourri met een opeenvolging
van vier melodische fragmenten die zeer fraai geharmoniseerd
zijn en praktisch met elkaar geen verband hebben, terwijl ieder
van deze stukken een reprise in diminuties krijgt. De eerste drie
staan in het binaire ritme, de andere vier zijn ternair, zoals in
een gaillarde.
Jan Pieterszoon Sweelinck (1562-1621) is een van de allergrootste
komponisten uit de “gouden eeuw” der Nederlanden.
Tot aan zijn dood was hij organist titularis aan de Oude Kerk
te Amsterdam. Zijn faam verspreidde zich over gans Europa,
zoals men kan opmaken uit de ruime verspreiding van de handschriften
van zijn werken. Hij heeft de grootste organisten van
de volgende generatie gevormd, zoals Scheidt en Scheidemann
Het “Ballo del Granduca” is een reeks variaties op een thema
van Emilio de Cavalieri. Dit thema wordt eerst eenvoudig geharmoniseerd,
en men kan het zonder moeite blijven herkennen
gedurende de vier opeenvolgende variaties. Vermelden wij
vooral de laatste, die haast helemaal in parallelle tertsen of
sexten geschreven is. Zulke schrijfwijze zou niet van grote eentonigheid
ontbloot zijn, ware het niet dat aan de vertolker een
grote vrijheid gegund wordt, de ene stem ten overstaan van de
andere lichtjes te verzetten, een werkwijze die een bijzonder
gelukkige tinteling teweegbrengt.
“Loth to Depart” is een werk van Gilles Farnaby (1560-1620),
die een bijzonder bescheiden man moet geweest zijn, aangezien
er praktisch niets over zijn leven bekend is, terwijl wij
toch van hem vele merkwaardige werken bezitten (pavanes,
gaillardes, variaties, enz.). “Loth to Depart” is een delikate
afscheidsmelodie.

#Clavichord #Clavicymbalum #Ruckers #ChristianeWuyts